De eerste vliegtuigen

Vroeger wilde mensen al heel graag vliegen. Ze deden dan een pak aan met vleugels en veren. Ze dachten:”als vogels kunnen vliegen, dan kunnen wij dat ook” en ze sprongen met dat pak een kerk af in de hoop dat ze bleven vliegen. Maar helaas vielen ze te pletter want vliegen met een pak met veren dat kan niet en dat bleek maar weer.
Op 1 november 1783 waren er twee dappere Frans mannen genaamd:
Orlandes en Razier. Zij waren de aller eerste mensen die echt vlogen. Ze ontwierpen een hete lucht ballon en stegen op in Parijs. Vliegen was op deze manier inderdaad mogelijk.

Plaatje van luchtballon.





Toch waren er mensen die verder wilde en machines bouwden die zwaarder waren dan lucht.










Cayley

Cayley was een man die heel creatief was. Hij had veel ideeën. Hij ontwierp eendekkers en tweedekkers en driedekkers.
Hij bouwde vliegende modellen en bedacht dat vliegtuigen gestroomlijnd moesten worden om ze goed te kunnen laten vliegen.
Hij verzon het richtingsroer en de hoogteroeren om vliegtuigen te kunnen besturen.
Cayley bouwde twee zweefvliegtuigen. In 1849 vloog het eerste zweef vliegtuig met een 10 jarige jongen aan boord. In 1853 vloog zijn koetsier in het tweede zweefvliegtuig over een klein dal bij Caley’s huis in Yorkskire.

Een tekening van Cayley, die stond afgedrukt in de krant.







Gebroeders Wright.

Op 17 december 1903 steeg het aller eerste gemotoriseerde vliegtuig op. Dat vliegtuig heet: Flyer I. Het was ontworpen door de gebroeders Wright uit de Amerikaanse staat north Carolina.
Ze waren met hun eigen vermogen opgestegen en het was een gecontroleerde vlucht . Dat betekende dat ze konden bepalen waar ze naar toe gingen ook waar ze wilde landen. Dat kon je tot dan toe niet eerder bepalen. De luchtballon was niet bestuurbaar en het zweefvliegtuig ging daar waar de wind je naar toe bracht.
De vlucht duurde precies 12 seconden en het vliegtuigje kwam 30 meter ver.De pilootgenaamd Orville Wright en zijn broer Wilburg Wright hadden de vliegmachine gebouwd na 4 jaar lang te hebben geëxperimenteerd met vliegers en zweefvliegtuigen. Ze hadden de motor van het vliegtuig zelf gemaakt. De motor had 4 cilinders, woog 90 Kilo en leverde 12 PK op de topsnelheid van het vliegtuig was 48 km per uur. Het besturen van het vliegtuig was moeilijk en ook gevaarlijk. De Fleyer I, had geen cockpit en zelfs geen stoel! De piloot lag op de onderste vleugel en bestuurde het toestel van de ene naar de andere kant door te glijden. Het toestel had geen wielen, maar lande op ski’s